6 juni 2016

Veranderingen in het buitengebied

Veranderingen in het buitengebied

 Het buitengebied van Ermelo; wie de foto’s van pakweg 100 jaar terug bekijkt heeft een rijke fantasie nodig om zich voor te kunnen stellen hoe het leven er toen uitzag. Het zijn ansichtkaarten die het meest aan de wereld van Ot en Sien doen denken. De karresporen, de koeien op de deel van de boerderij en drukbevolkte weilanden met hooiende boeren schetsen een romantisch beeld van het leven van destijds. Boeren hadden boeren als buren, de mensen uit het dorp kwamen er hooguit om melk of eieren te kopen. Het was hard werken, maar het leven was er goed. Er waren nog geen wetten en regeltjes die boven de boerenpet gingen en dat de oudste zoon opvolger werd stond al vast voordat hij geboren was. Van stoppen was geen sprake, opa had immers alles met hard werken opgebouwd en alleen al uit respect voor hem ging men door tot de volgende generatie klaarstond om de hooivork over te nemen.

 Om te zien dat er veel is veranderd in het buitengebied hoef je geen expert te zijn. Het buitengebied is een mengelmoes geworden van boeren, burgers, bedrijven en recreatie. Elke groep met zijn eigen belangen, toekomstplannen en identiteit die het gebied de uitstraling geeft die niet meer overeenkomt met de ansichtkaart van Ot en Sien. Om het buitengebied voor iedereen leefbaar te houden zijn er wetten en regels opgesteld die de belangen van elke groep beschermen.

 

Stoppende boeren

Bijna elk jaar verschijnt er in de krant wel een bericht met daarin het aantal boeren wat in dat jaar gestopt is. Wie de grafieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek bekijkt ziet een afgaande lijn die niet te stoppen lijkt. Waren er in 1980 nog bijna 145.000 boerenbedrijven, in 2015 waren dat er nog 63.900. Een afname van ongeveer 2.300 bedrijven per jaar! De provincie Gelderland loopt daarbij voor op de overige provincies met jaarlijks ongeveer 450 stoppende boerenbedrijven. De belangrijkste reden om te stoppen is dat er geen opvolger is om het agrarische bedrijf voort te zetten.

Omdat deze groep steeds kleiner wordt, wordt de boer steeds onaantrekkelijker voor de politiek. De politiek staat steeds verder van de boer af en ontbreekt vaak aan praktische kennis in zowel Den Haag als op gemeentelijk niveau. Tegelijkertijd is er geen sector die zo veel regeldruk kent als de agrarische sector. Regels overlappen elkaar vaak, waardoor het nog lastiger wordt.

Waar de grafiek bij de stoppende boeren een daling kent, kent de grafiek die de grootte van het boerenbedrijf weergeeft een stijgende lijn. Stallen en bedrijven worden groter om de kostprijs te drukken en om aan strenge milieu- en dierenwelzijnseisen te kunnen voldoen. Dit heeft ook invloed op het buitengebied waar door burgers gewoond en gerecreëerd wordt. Mede door het beeld dat Wakker Dier schetst van zogenaamde megastallen zal dit bij de vaak bevooroordeelde burgers een negatief beeld opwekken van de agrarische sector. Terwijl grotere stallen vaak een veel beter leefklimaat hebben voor de dieren en milieuvriendelijker zijn dan de oudere stallen. Het is beeldvorming van een marketingmachine die inspeelt op het geweten van de burgers en waar de steeds kleiner wordende groep boeren steeds luider op moet antwoorden.

Ook in het buitengebied van Ermelo zal dit het geval zijn. In de regio zijn er steeds meer boeren die samen de dialoog aan gaan met de burgers. In Ermelo woont de familie Van Malestein, die lid is van ‘Vallei Boert Bewust’, een organisatie die staat voor een transparante agrarische sector. Bij de familie Van Malestein kunt u een kijkje nemen in de kalverenstal en vragen stellen over het boerenleven van tegenwoordig. Een goede manier om de burger zelf een mening te laten vormen, zonder bevooroordeeld te worden door gesubsidieerde en gesponsorde actiegroepen.

 

Groei moet je verdienen

De schaalvergroting van de agrarische sector in het buitengebied zal doorzetten en daarom vindt de provincie Gelderland dat de boer het grotere bouwblok moet gaan ‘verdienen’. Deze boeren dienen aan een aantal ‘pluspunten’ te voldoen om hiervoor in aanmerking te komen. Ze zijn te verdelen in een aantal subcategorieën, onder andere: milieuprestatie, volksgezondheid en de dialoog met de omgeving. Dat zal voor de boer extra kosten met zich meebrengen. De provincie heeft deze ingeschat op 8% van de nieuwbouwkosten. Het zogenaamde ‘Gelders Plussen Systeem’ wordt momenteel verder ingevuld en zal binnenkort worden ingevoerd.

 

Functieverandering

Voor stoppende boeren bestaat een oplossing die op veel plaatsen en streken in Nederland goed werkt. Waarschijnlijk is het u wel opgevallen: steeds vaker verdwenen stallen en kwamen er woningen voor terug. Soms een vrijstaande woning, in andere gevallen zelfs kleine seriematige plannen met meerdere woningen. Dit werd en wordt mogelijk gemaakt door het zogenaamde ‘functieveranderingsbeleid’. Het moet een oplossing bieden voor de vele stallen die leeg staan en komen te staan. In de gemeente Ermelo is in de periode 2012 – 2015 ruim 21.000 m² aan stallen gesloopt en hebben er 24 functieveranderingen plaatsgevonden.

Onlangs is er een rapport opgesteld waarin het functieveranderingsbeleid van de gemeente Ermelo wordt geanalyseerd. Enkele opvallende feiten:

  • De doorlooptijd van de procedure bedraagt 1 tot 1,5 jaar. Door de gemeenteraad worden de mogelijkheden onderzocht om dit in de toekomst te verkorten.
  • Jaarlijks worden er gemiddeld 6 plannen ingediend
  • Kosten van de procedure variëren van € 30.000,- tot € 100.000,-. Dit zijn advieskosten, legeskosten te betalen aan de gemeente, etc.
  • 80% van de plannen wordt daadwerkelijk gerealiseerd.

Er worden niet alleen kavels voor vrijstaande woningen verkocht, maar ook rijwoningen. Dit geeft veel mensen de kans om in het mooie buitengebied van Ermelo te wonen. De gemeente wil zelfs de (kleine) bedrijvigheid in het buitengebied stimuleren, wat ook de ZZP-ers en kleinere bedrijven de mogelijkheid moet bieden om een hal of kantoor aan huis te bouwen.

Komen er windmolens in ons mooie buitengebied?

Eind 2014 plaatste de provincie Gelderland een stip op de kaart langs de A28 bij strand Horst. Deze locatie is volgens de ‘Windvisie’ van de provincie een goede mogelijkheid om in de toekomst windmolens te plaatsen. De provincie kreeg de wind van voren van de gemeente Ermelo, maar ook in de plaatselijke politiek werden veel discussies gevoerd. Omdat Ermelo in 2030 energieneutraal wil zijn, zijn windmolens in principe een goede oplossing voor de energievoorziening. Echter zijn er voor de totale energievoorziening maar liefst 129 stuks nodig. Voor een relatief kleine gemeente als Ermelo zou dat een enorme impact hebben op de uitstraling van, met name het buitengebied. Daarnaast wil de gemeente nog sterker in gaan zetten op recreatie, zeker bij strand Horst. En de windmolens van tegenwoordig zijn helaas niet de publiekstrekkers in Nederland.

De vraag die boven deze alinea staat kunnen we niet beantwoorden. De toekomst zal het uitwijzen. Dat er wat moet gebeuren op het gebied van Energie is bij een ieder van ons inmiddels wel duidelijk. De fossiele brandstoffen hebben hun sporen op deze aarde achtergelaten en de voorraden zullen ooit opraken. Als christen kennen we het woord rentmeesterschap goed, dus laten we ook met die gedachte onze mening vormen over dit onderwerp en niet klakkeloos met het argument ‘lelijk’ alle plannen afwijzen.

De belangen en verhoudingen gaan in het buitengebied steeds meer veranderen. Als u er geen onderdeel van bent dan gaat u het wellicht zien als u er doorheen fietst of rijdt. Laten we vooral trots zijn op het buitengebied van Ermelo, dat zo veel verschillende gezichten heeft. Speuld en Staverden met de bossen, Telgt met de weilanden en Horst met de randmeren. Een diversiteit in natuur en landschap waar menig gemeente in Nederland jaloers op is.

 

MK