7 november 2017

Veiligheid in Ermelo

Veiligheid in Ermelo

Na de uitslag van de AD Misdaadmeter staat het onderwerp veiligheid weer hoog op de agenda. Ermelo eindigde dit jaar op plaats 49, daarmee zijn we negen plekken gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Natuurlijk zijn er factoren die ervoor zorgen dat we zo hoog in de ranglijst staan. Een van deze factoren betreft de diverse instellingen die in Ermelo gevestigd zijn. Incidenten die op deze instellingen plaatsvinden, moeten gemeld worden bij de politie. Het zal u niet verbazen dat hier meer gevallen van bedreiging en mishandeling worden gemeld dan elders in onze plaats. Kijken we bijvoorbeeld naar het aantal bedreigingen in onze gemeente, dan waren dit er in 2016 66. Ter vergelijking: in Putten, qua inwoners bijna even groot als Ermelo, werden 13 meldingen van bedreiging gedaan. Een ander delict, mishandeling, wordt in Putten 32 keer gemeld, tegenover 89 keer in Ermelo. Wie de misdaadmeter weleens bekeken heeft, zal het niet zijn ontgaan dat Ermelo rood afsteekt bij de buurgemeenten. Dit alles zal uw gevoel van veiligheid niet vergroten. De vraag is: wat kan de gemeente doen om de veiligheid of het gevoel van veiligheid binnen onze gemeenten grenzen te vergroten? In dit nummer van Calvijn willen we stilstaan bij ons plaatselijk politieapparaat, de voordelen van camerabewaking en de effectiviteit van WhatsApp-groepen.

De politie door de jaren heen

De politie heeft in de naoorlogse periode diverse reorganisatie doorgemaakt. Sinds 1945  waren er twee soorten korpsen. Je had de rijkspolitie en de gemeentepolitie. Deze twee korpsen waren strikt gescheiden. Dit kwam omdat de gemeentepolitie onder het ministerie van binnenlandse zaken viel en de rijkspolitie onder het ministerie van justitie. Na de oorlog is hier bewust voor gekozen om te voorkomen dat het hele politieapparaat onder dezelfde minister zou vallen. Gemeenten boven de 25.000 inwoners hadden een gemeentepolitie. De leiding was in handen van de burgemeester. Bij deze korpsen was alle kennis in huis, wat betekende dat ook grote zaken intern konden worden opgepakt. De gemeenten met minder dan 25.000 inwoners hadden de rijkspolitie. De rijkspolitie was gericht op de lokale veiligheid en bij grotere delicten werd specialistische kennis ingevlogen. De enige vorm van samenwerking tussen de rijkspolitie en gemeentepolitie was informatie-uitwisseling. Ermelo had in deze tijd de rijkspolitie en in Harderwijk was de gemeentepolitie. Deze manier van werken ging in 1993 op de schop. Tijdens deze reorganisatie is de regiopolitie ontstaan. Er kwam een meer provinciale opsplitsing. Ermelo werd ingedeeld bij het korps Noord- en Oost-Gelderland. Omdat Ermelo in dit systeem te klein was om als basisteam te functioneren, werd het samengevoegd met Putten. Voor de reorganisatie was er wel samenwerking met het korps in Putten, maar dit beperkte zich voornamelijk tot de nachtdiensten. De basiseenheden werden regionaal aangestuurd en het specialistisch werk werd ook centraal geregeld. In 2013 begon de tweede grote naoorlogse reorganisatie. Deze reorganisatie is nog in volle gang, maar voor onze regio zo goed als afgerond. De reden voor deze reorganisatie was het vele overleg tussen de diverse regio’s bij grote evenementen. Iedere regio gebruikte zijn eigen computersystemen, wat de uitwisseling van informatie niet bevorderde. Opnieuw werd Nederland in een aantal regio’s verdeeld, maar nu weer minder dan voorheen. Daarnaast werden  binnen deze regio’s basisteams samengesteld. De politiekorpsen van Putten, Ermelo en Harderwijk vormden met elkaar een basisteam. Door de komst van de nationale politie is er uniformiteit gekomen in de manier van werken, de keuze van ICT-systemen en de protocollen.

Basisteam Putten, Ermelo en Harderwijk

Het basisteam van Putten, Ermelo en Harderwijk is één van de kleinste van de regio Oost-Nederland. Totaal bestaat het personeelsbestand uit 108 Fte. Dit aantal is inclusief studenten, leiding en baliemedewerkers. “Als je met een klein team werkt moet je keuzes maken,” aldus Willem Foppen, wijkagent in Ermelo. Een voorbeeld van één van de keuzes die gemaakt is betreft de gevonden voorwerpen. Dit is officieel een taak van de gemeente die werd uitgevoerd door de politie. Deze taak heeft de politie teruggelegd bij de gemeente, omdat hiervoor geen tijd meer was. Het basisteam is opgedeeld in vier clusters waarvan een cluster zich richt op Ermelo. Toch worden agenten die werkzaam zijn in Ermelo ook in Harderwijk ingezet en vice versa. “Door deze uitwisseling kan er gevaar bestaan dat je als wijkagent niet voldoende in je eigen plaats werkzaam bent, waardoor je niet meer weet wat er speelt in jouw wijk”, betoogt Willem Foppen. Ook is hij van mening dat het wenselijk zou zijn als er meer Fte beschikbaar zouden komen, zodat de wijkagent echt in zijn wijk aanwezig kan zijn. Juist door zichtbaar te zijn in je wijk en door te weten wat er in je wijk gebeurt, kun je goed inspelen op zaken die zich daar voordoen, waardoor je preventief kunt handelen. Deze geluiden krijgt Willem ook te horen als hij met zijn scooter ’s avonds door het dorp rijdt; mensen zijn blij als de wijkagent zichtbaar aanwezig is. Willem Foppen, die al 38 jaar bij de politie werkzaam is en alle reorganisaties heeft meegemaakt, is van mening dat het voordeel van de rijkspolitie was dat deze gericht was op de eigen gemeente, zodat je wist wat er speelde binnen de gemeentegrenzen.

Camerabewaking

Als je hoort dat het aantal Fte binnen het basisteam in onze gemeente niet riant is, waardoor er keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van veiligheid en handhaving, en je het resultaat van de AD misdaadmeter ziet, ga je als politiek zoeken naar oplossingen waar je als gemeente invloed op hebt. Een van deze oplossingen zou camerabewaking kunnen zijn. Camera’s kun je natuurlijk niet zomaar overal ophangen; dit mag alleen op openbare plaatsen worden ingezet als dit nodig is voor de handhaving van de openbare orde. Regelmatige verstoring van de openbare orde kan hier een aanleiding voor zijn. Maar met een camera ophangen ben je er nog niet, want een camera moet bediend worden. Er moet een ervaren politieman of vrouw zijn die in staat is om de mensen op straat aan te sturen, zodat de verdachte persoon aangehouden kan worden. Kennis van de omgeving is daarom een vereiste. Dus: een camera ophangen met het doel personeelstekort op te vangen gaat niet werken. Een ander doel van camerabewaking kan preventie zijn. Als mensen zich bewust zijn van het feit dat een gebied met camera’s wordt bewaakt, kan hier een preventieve werking vanuit gaan. De vraag is wel of een beschonken persoon de tegenwoordigheid van geest heeft om zich hier wat van aan te trekken. Daarnaast kan camerabewaking ook worden ingezet voor het oplossen van misdaden. De besluitvorming voor het inzetten van camerabewaking ligt bij de gemeenteraad en de burgemeester. De politie is verantwoordelijk voor het verwerken van de beelden op grond van de wet politiegegevens. De politie is ook de instantie die de beelden gebruikt voor het handhaven van de openbare orde. De regels zijn vastgelegd in artikel 151c van de gemeentewet.

WhatsApp-groepen

In steeds meer wijken en straten van Ermelo zijn bordjes te vinden waarop staat: “Attentie WhatsApp buurtpreventie”. Het doel van buurtpreventie is een veilige en leefbare buurt. Om dit te bereiken wordt er gebruikt gemaakt van WhatsApp. Bij verdachte situaties in de buurt kan er een melding via WhatsApp worden verspreid zodat iedereen extra waakzaam kan zijn, met het doel om de verdachte door de politie in te laten rekenen. Om een WhatsApp-groep te starten zal iemand het initiatief moeten nemen. Vervolgens kunnen er door middel van flyers mensen in de straat of buurt uitgenodigd worden om lid te worden van de groep. Hoe meer leden, hoe effectiever de groep. Om te voorkomen dat de groep wordt gebruikt voor allerlei problemen die zich voordoen in de buurt, zoals geluidsoverlast, een buurtbewoner die zijn kliko te vroeg aan de weg zet of de voetballende kinderen die voor overlast zorgen, zijn er huisregels opgesteld. In deze huisregels staat onder andere dat de groep een burgerinitiatief is en dat de politie alleen in actie komt als er 112 wordt gebeld. Verder is er een SAAR-afkorting, die staat voor: Signaleer, Alarmeer, App en Reageer. Een ander belangrijk punt die in de huisregels staat is: “speel geen eigen rechter”. Dit is een van de gevaren die bij dit soort groepen op de loer ligt. Voorbeelden zijn bekend in Uddel en Kootwijkerbroek, waar verdachten door buurtbewoners opgejaagd zijn en uiteindelijk opgepakt. In deze voorbeelden is het uiteindelijke doel, namelijk het inrekenen van de verdachte, behaald. Maar is iedereen zich bewust van de gevaren? Een verdachte kan een wapen hebben en dit gebruiken, hierdoor kunnen er slachtoffers vallen. Volgens een artikel op de site van de consumentenbond lijken de WhatsApp-groepen effectief. Volgens dit artikel namen het aantal woninginbraken in enkele Tilburgse wijken met ongeveer de helft af. Ook wordt de Delftse wijk Tanthof genoemd; uit cijfers van de politie blijkt dat het inbrekersgilde deze wijk links laat liggen.

Veiligheid en politiek

De afsluitende vraag is welke invloed de plaatselijke politiek heeft op het veiligheidsvraagstuk. Het aantal politieagenten in Ermelo kan niet plaatselijk worden bepaald. Dit is landelijk beleid dat in Den Haag wordt vastgesteld. WhatsApp-groepen zijn burgerinitiatieven, ook hier heeft de politiek geen invloed op. Tot het inzetten van cameratoezicht kan wel door de gemeenteraad besloten worden. De SGP pleit hier al jaren voor. Het inzetten van cameratoezicht kan preventief werken en kan daarnaast ingezet worden om bewijslast te verzamelen. De SGP landelijk is voorstander om de gemeenten meer zeggenschap te geven over de inzet van de politie op hun eigen grondgebied. Daarnaast wil de SGP dat er meer politie komt voor het landelijk gebied. Ook op het gebied van de veiligheid, zowel plaatselijk als landelijk, zou je meer SGP willen.

BvdG