2 juli 2013

Belangrijk! Omgevingsvisie Gelderland

Tot en met DV 2 juli kan er een zienswijze ingediend worden op de omgevingsvisie Gelderland. 
Deze visie bepaalt straks wat wij als gemeente wel en niet mogen. Tot enkele weken geleden had ik er bijna niets van venomen, maar als SGP raadsleden zijn we geïnformeerd vanuit de provincie (statenfractie) en hebben we op dit moment een aardig beeld van de mogelijkheden en de bedreigingen. De visie is goed en lijkt kansen te bieden, de onderliggende verordening lijkt veel venijniger en we willen u dan ook oproepen om uw belangen te behartigen en zo nodig en mogelijk nog een zienswijze in te dienen. Hierbij de link van de provincie en een reactie uit het veld die voor zich spreekt. http://www.gelderland.nl/eCache/DEF/23/237.html

Met vriendelijke groet,

Leo van der Velden,
Raadslid SGP Ermelo

---

Beste mensen,

Er zijn enkele concrete zaken die in elk geval nadere aandacht behoeven.
1. Nieuwvestiging/omschakeling
Nieuwvestiging in LOG gebieden is niet meer toegestaan. De afgelopen jaren heeft geleerd dat het reconstructieplan-onderdeel nieuwvestiging van intensieve veehouderijen op  maagdelijke grond in de LOG's in feite failliet is. Om meerdere redenen is het logisch dat deze variant nu ook tegen wordt gegaan in de Omgevingsvisie.

Maar:
Het ontwerp van de omgevingsvisie blokkeert nu in mijn optiek ook de vestiging van een niet grondgebonden bedrijf op een (voormalig) grondgebonden bedrijf. In het veld kunnen we met  elkaar zien dat er regelmatig grondgebonden veehouderijbedrijven vrijkomen, die qua locatie en ligging interessant zijn voor een potentieel niet-grondgebonden bedrijf.  Biedt in de omgevingsvisie dan ook die mogelijkheid. Vervolgens is het veel meer zaak dat de gemeentelijke bestuurders als kenner van de lokale situaties een afweging te maken of deze ruimte er in een bepaald gebied ook moet zijn.

Het verdient overigens aanbeveling om deze methodiek met betrekking tot de niet grondgebonden bedrijven niet alleen te laten gelden voor de landbouwontwikkelingsgebieden, maar ook voor de verwevingsgebieden. Ten principale is het onderscheid landbouwontwikkelingsgebied en verwevingsgebied een kunstmatige. In het veld is dat onderscheid er niet.  Het zou me zelfs niet verbazen dat we over de afgelopen jaren de conclusie moeten trekken dat de bedrijfsontwikkeling in verwevingsgebieden per saldo sterker is geweest dan in landbouwontwikkelingsgebieden!

2. Grondgebonden bedrijven
Bijvoorbeeld melkvee- en geitenbedrijven achten wij met elkaar grondgebonden bedrijven. Het is bekend dat een wezenlijk deel van deze bedrijven voor een gedeelte voeders aanvoert van elders. In Gelderland zijn we wat dat  betreft behoorlijk intensief.

Met betrekking tot de grondgebonden bedrijven staat er in de toelichting een zeer gevaarlijke alinea:
Grondgebonden veehouderijbedrijven krijgen ruimte om hun bedrijf te vergroten maar moeten dit wel op een duurzame wijze doen. Een bedrijf dat het aantal runderen zodanig vergroot dat het (ruw)voer grotendeels van elders moet worden aangevoerd, achten wij niet duurzaam en is niet langer grondgebonden. Een dergelijke omschakeling naar een niet-grondgebonden veehouderij wordt daarom niet toegestaan. Gemeenten wordt gevraagd het begrip grondgebonden rundveehouderij in bestemmingsplannen vast te leggen. Een bedrijf dient bij een verzoek tot uitbreiding aan te geven dat zij over voldoende grond beschikt om de dieren grotendeels te kunnen voeren met de opbrengst afkomstig van de grond die tot het bedrijf behoort. De grond is in eigendom of in pacht bij het bedrijf en ligt in de omgeving van de bedrijfsgebouwen.

Zeker voor een belangrijk deel van bijvoorbeeld de Gelderse Vallei en de Achterhoek is dit funest. Daarmee zetten we de bedrijfsontwikkeling van deze bedrijven geheel op slot. En daarmee in feite op termijn het einde van veel van deze bedrijven!

Ook voor het gebied zelf is dat ongewenst.  We weten dat we alles uit de kast moeten halen om de leefbaarheid  van het platteland niet verder achteruit te laten gaan. De bestaande melkveebedrijven zijn hard nodig om de leefbaarheid van het platteland in stand te houden.


Met vriendelijke groet,

W.J. (Gerwi) Engberts