11 december 2015

Abortus: het kind heeft er geen woorden voor!

SGP-JONGEREN AAN HET WOORD

Abortus: het kind heeft er geen woorden voor!

SGP-jongeren heeft in de afgelopen periode een masterclass georganiseerd over Medische Ethiek. De eerste avond ging over: begin van het leven. Dhr. Seldenrijk (ex-directeur NPV) was te gast om daarover een lezing te geven. Hij overtuigde met zijn verhaal over abortus en de negatieve gevolgen daarvan.

Twee dagen na de conceptie neemt het kind de leiding in de moederschoot. Het zorgt voor aanpassingen om te kunnen leven. Zo vindt er toename van bloed plaats, de hartfunctie wordt groter en sterker en door extra stoffen wordt de bloeddruk geregeld. Zo ook in de laatste fase: de ontsluiting is een gevolg op het signaal van het kind, en niet andersom! Wie niet zwanger wil worden, kan daar zelf voor zorgen. Onthouden van seksueel contact, gebruikmaken van de pil, toevlucht nemen tot een mechanische oplossing: wie denkt baas in eigen buik te zijn, moet op z’n minst zulke maatregelen treffen.

Praktijk niet zoals werd beoogd

Er moet niet alleen gediscussieerd worden over de abortusgrens (24 weken, red.). Nee, de praktijk is niet zoals het werd beoogd. Het kind deed niets dan goeds voor de moeder, het stuurde zelf de zwangerschap. Wanneer is er sprake van een noodsituatie? Het speelt dan namelijk wel erg vaak. 1 op de 6 zwangerschappen eindigt in een abortus. Dat zijn 30.000 gevallen per jaar. In 47% van de gevallen wordt de zwangerschap afgebroken wegens geldgebrek (minister Schippers is niet bereid om dat tegen te gaan). Een kwart van de vrouwen laat het kind aborteren, omdat ze zichzelf de jong voelt om het kind op te voeden. 51,5% van de moeder die een abortus laat ondergaan, is al moeder.

Abortus is geen oplossing

Abortus heeft zeker geen positieve gevolgen. Volgens het Lindeboominstituut houden veel vrouwen er psychische stoornissen aan over. 81% van de vrouwen krijgt te maken met depressie, schuldgevoel, angst, verdriet, spijt van de beslissing en wanhoop tot zelfmoord aan toe. Er is ook aangetoond dat deze vrouwen een hogere kans op borstkanker hebben. Dus: het ene probleem inwisselen voor het andere? De abortuslobby zwijgt over deze gevolgen en post-abortusproblemen krijgen onvoldoende aandacht. Hoe vrij is de keuze van de vrouw als ze de eventuele gevolgen niet kent en kan overzien?

Blijf de discussie aangaan

Toch wordt abortus aanbevolen: ‘het moet onder alle omstandigheden mogelijk zijn’. Het is de onmenselijkheid in de mens om zo met de meest kwetsbaren om te gaan. Veel mensen kennen de cijfers en de gevolgen niet. De informatieplicht onder huisartsen is ver onder de maat. Door de abortuswet is de kijk op abortus van moreel kwaad verschoven naar moreel goed en als een verworvenheid gezien. We mogen ons daar nooit bij neerleggen. Ga ook het persoonlijke gesprek aan om zo ‘het monddood gemaakte’ een stem te geven! 
De tweede avond van de masterclass medische ethiek handelde over reanimatie en orgaandonatie. Onderstaand ook daar een kort verslag van.

-----------

Reanimatie en orgaandonatie: schijnbare maakbaarheid in onze samenleving!

Vroeger werden de mensen niet heel oud. Anno nu, 150 jaar later, is de levensverwachting ongeveer verdubbeld. Mannen worden nu gemiddeld 78 jaar, vrouwen zelfs 83. Hier zijn een aantal redenen voor aan te dragen. Het medische kunnen is namelijk tot grote hoogte gestegen. Het sterven wordt steeds langer uitgesteld. Maar… mensen zijn tegenwoordig steeds vaker chronisch ziek. Dat brengt moeilijke vragen met zich mee. Mag alles wat kan? Wanneer is medisch handelen zinloos?

Reanimatie

Er bestaat een mogelijkheid om het sterven uit te stellen en het leven te rekken. Dit noemen we reanimatie: het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop. Deze ontwikkeling stemt tot dankbaarheid. Toch schuilt er een gevaar in, want de gedachte zou kunnen ontstaan dat alles maakbaar en beheersbaar is. Dan wordt reanimatie een handeling waarmee de dood beheersbaar wordt. Het is verleidelijk om te denken dat de mens autonoom is. Er komt een punt dat we ontzag moeten hebben voor de majesteit van de dood. We mogen dus niet altijd reanimeren. Bij het overgrote deel van de patiënten leidt een reanimatie tot blijvende vragen en dus ethische vragen. Bij welke personen moeten we wel, welke niet reanimeren? De omstandigheden van de desbetreffende persoon zijn daarbij belangrijk. Daarbij moet gelet worden op de vitaliteit, niet op de leeftijd. Een paar randvoorwaarden worden daarbij aangemerkt. De patiënt moet het voordeel van de handeling ervaren. Anders is deze handeling niet medisch zinvol en dus zinloos. Het gaat over leven én welzijn. Het lijden mag niet verzwaard worden. Dus: niet altijd doorbehandelen, maar soms eerbied voor en acceptatie van de dood.

Orgaandonatie

Donatie betekent een vrijwillige gift. Iemand kan zijn organen afstaan aan de patiënt die deze mist of waar ze niet meer volledig functioneren. Hoe moeten we hiermee omgaan? De Bijbel geeft namelijk niet op alle vragen direct een antwoord. Wel mogen we een aantal lijnen en gedachten overnemen.

Het argument van naastenliefde wordt vaak genoemd. Naastenliefde is een Bijbelse opdracht, desnoods met inzet van eigen leven. Enerzijds is dit een juist argument: Uit bewogenheid wordt aan de zieke een liefdevolle dienst bewezen. Toch zijn daar vier kanttekeningen bij te maken:

  • Naastenliefde is een schuldige plicht. Er is geen ruimte voor een persoonlijke keuze. Is orgaandonatie een schuldige plicht?
  • Als iemand donor wordt, is hij dood. Kan een dode naastenliefde betrachten?
  • Zou orgaandonatie niet meer naastenliefde zijn van de betrokkenen – zij kunnen immers geen afscheid nemen van de dode (voor het wegnemen van de organen is het lichaam door de beademing schijnbaar levend)?
  • Als wij werkelijk naastenliefde betrachten, dan zouden wij toch tijdens ons leven onze nier ter beschikking moeten stellen? Waarom dat dan niet?

In het donorformulier wordt gevraagd om een keuze. Ook het argument van wederkerigheid wordt regelmatig gebruikt: “Zou u zelf een orgaan willen ontvangen”? Het kan lastig zijn om die vraag te beantwoorden. Is dat dan geen keuze op basis van eigenliefde? Dat kan niet de bedoeling zijn. God vraagt afhankelijkheid in alles. Onszelf bedoelen is zonde. Uit angst voor de dood niet willen nadenken over het levenseinde is ook zonde. Dan verzaken we onze plicht. Onze overheid geeft ons huiswerk.

Lichaam én ziel

We moeten niet alleen zorg dragen voor ons lichaam. Er zijn genoeg ethische dilemma’s bij het leven. Maar veel belangrijker is: onze ziel moet geborgen zijn! De Heidelbergse Catechismus zegt het: “dat ik met lichaam én ziel, beide in het leven en sterven, niet mijn, maar mijns getrouwen Zaligmakers Jezus Christus eigen ben.” Hetzij dat wij leven, hetzij dat wij sterven, wij zijn des HEEREN!

Wat je kiest is goed, maar hoe je kiest, dat is de vraag!

Arie Rijneveld

Commissie Sociaal Economische Zaken, SGP-jongeren